woensdag 31 maart 2010

Effectief onderwijs

Laten we maar aannemen dat het niet symptomatisch is dat slechts drie docenten zich hebben ingeschreven voor de gratis interne training 'Effectief onderwijs'. De inhoud was interessant, hoewel niet nieuw. Ik was al bekeerd dat het nuttig is om onderwijs van achter naar voren te ontwikkelen:
• Waar moeten ze zijn aan het einde van het vak en hoe weet je dat ze daar zijn?
• Wat moeten ze dan kunnen/kennen (Bloom)?
• Waar komen ze al mee binnen?
• Welk onderwijs brengt ze van beginsituatie naar eindsituatie:
o Qua leerinhoud
o Onderwijsvorm
o Onderwijsmateriaal
o En in welke leersituatie.
• En wat beteken jij daarvoor als docent?
Een andere keer zal ik nog wel eens de lof toezwaaien aan semestertoetsmatrijzen. (Ja, dat kan!!)

Wijze lessen van vandaag waren: wij richten ons in het Nederlands Hoger onderwijs op de toets, terwijl feedback continu behoort te zijn. De toets zou geen verrassing mogen zijn. Nu kwispelt de staart met de hond. Dus niet alleen summatief (cijfer/oordelend/plaatsbepalend t.o.v. einddoelstellingen) toetsen, maar ook formatief ( informatie over hoe het leren er voor staat op het pad naar de einddoelstellingen, geen cijfer) en vooral in dialoog met de student feedback geven op het leren.
Maar… hoe organiseer je dat op een manier dat het ook nog efficiënt is?

Tips van de trainers voor verder lezen/kijken:
• Op Google naar Teaching, teaching, understanding, understanding.
• Zoek Eric Mazur op (Youtube) en hoe hij effectief en efficiënt Natuurkunde geeft aan groepen van 600 studenten, zodat zij leren door zichzelf te onderwijzen.
• In Engeland wordt veel mooi onderwijsmateriaal op het web gezet, bijvoorbeeld The Higher Education Academy.
• Een mooi concept voor het ontwerpen van onderwijs is Constructive Alignment van Biggs. Zie zijn boek Teaching for Quality Learning at University, waarvan delen ook op het net te vinden zijn.
• Een Nederlandse tip is Leren (en) doceren in het hoger onderwijs van Kallenberg.
• Als laatste had men nog een prachtig overzicht van leerlijnen van De Bie en de Kleijn. Zie ook (weer binnen de HvA!) http://www.cop.hva.nl/artefact-417-nl.html.

Ondertussen kom ik er wel achter dat het goed leren van mijn tweede vak (niet HRM, maar doceren) ook een weektaak is. Gelukkig nog steeds inspirerend.

zaterdag 27 maart 2010

Coaching per e-mail en chat

De Universiteit van Tilburg heeft op vrijdag 26 maart 2010 een symposium gehouden over e-coaching. Het was tevens een presentatie van het onderzoek van de Wetenschapswinkel (Chatcoachen - Een zinvolle vorm van online coachen: Myra Ponte). Waarvoor mijn dank.

Marja Verstelle van het ICLON hield een zeer heldere inleiding over het verschil tussen face-to-face (ftf) en e-coachen. Want waarom zou je online gaan, wanneer je tijdens alle cursussen en opleidingen hebt geleerd dat niets zo belangrijk is als het contact, aansluiten, grondhouding, non-verbale communicatie?
Voordelen werden door haar benoemd op basis van een indrukwekkende proef met schoolverlaters (gedragsproblemen, maar ook teruggetrokken a.g.v. depressie/pesten):
• het medium is laagdrempelig. Er is meer mogelijkheid tot reflectie tussen de antwoorden.
• tijdstip, lengte, frequentie zijn flexibel. Dit kan ook gelden voor werktijden, responstijden en bekostiging.
• de coach moet wel een bepaalde coachingsstijl kunnen hanteren en gevoel voor taal hebben. Taalgebruik en gebruik van emoticons vraagt aandacht.
• de coachee heeft dit gevoel voor taal ook nodig en typvaardigheid.
• er kan online ook ge-co-coached worden. Zie een community die meecoacht, zoals bij Hart & Ziel van de Volkskrant.
Met behulp van stemkastjes (leuk toe te passen in het onderwijs!!!) bleken de aanwezigen erg positief en e-coaching niet alleen te zien als een aanvulling, maar zelfs als vervanging van ftf-coaching.

Jeanette Krijnen demonstreerde Chatcoach. Dit wil ik graag nog eens zelf proberen, maar ik zie de voordelen van het integraal bewaren van de conversatie, geconcentreerd werken in je eigen omgeving, vertrouwelijkheid van juist niet aanwezig zijn (of naast elkaar zitten zonder aan te kijken. Zie ook de wandel-, kook- en autorijdcoach.) Mooi om modelletjes meteen in te kunnen zetten, documenten of testen aan te bieden en alles in één omgeving te kunnen bewaren.

In de paneldiscussie werd gepraat over de bruikbaarheid voor het onderwijs. Ik zie er zelf wel wat in voor deeltijdstudenten en studenten die op stage of in het buitenland zijn. Makkelijk contact, goede vervanger van het digitaal portfolio.
Nu alleen nog praten over de prijs, want zoals altijd is het budget grofweg 'nul'.

Tactische personeelsplanning

Wat ik opmerkelijk vind in het HBO is het probleem van operationeel/tactische personeelsplanning. Het is mij namelijk te plat voor het woord 'Strategische'.
Ik heb het over de inzet van docenten ten dienste van de instroom van studenten, verdeeld naar opleiding en jaar. Op strategisch niveau wordt hier wel aandacht aan besteed: demografische / sociaal economische (crisis) voorspelling van aantallen over de komende tien jaar.

Maar waarom slaagt onze bovenbaas (Ministerie van Onderwijs) er niet in om te faciliteren dat de inschrijving via Studylink goed en snel gebeurt? Dan zouden we in ieder geval van de tijdig ingeschreven studenten weten wie, waarvoor en wanneer. Het zou dan begin augustus mogelijk kunnen zijn om voldoende docenten klaar te hebben staan met de juiste kwalificaties.
Deze registratie kan dan soepel gelinkt worden met interne processen, zodat studenten tijdig maatwerk informatie ontvangen over introductieweken, boekenlijsten enz. Goed voor de customer intimacy en operational excellence.
Vervolgens heb je nog de groep late inschrijvers, die altijd onvoorspelbaar blijft, maar dan niet als gevolg van bureaucratische rompslomp. Door een stabiel en helder systeem van inschrijven (en voorlichten), blijft dit deel marginaal (alsnog 10%??) en beheersbaar.

Customer intimacy en emancipatoire doelstellingen zullen het wel onmogelijk maken om de inschijving per 1 september/februari te laten stoppen om zo de voorspelbaarheid van noodzakelijke docenteninzet te vergroten. Daarnaast spelen natuurlijk de hogeschool-doelstellingen over binnen te halen studentenaantallen. (NB de GVB is hier strakker in. Wanneer de tram al is opgetrokken, maar bij de halte nog steeds wacht op het stoplicht, mag je toch niet meer instappen. Leidt overigens tot een heleboel vuistslagen op ramen, weinig klantvriendelijk.)
Een robuuste opzet van het onderwijs in het eerste blok zou ook helpen. Organiseer activiteiten die het kunnen redden wanneer het aantal deelnemers op het laatste moment kan fluctureren met 20%. Dat is tactische organisatieplanning.

Sorry voor de enorme lap tekst, maar toch nog even naar de kleinere opleidingen (tot 70 studenten instroom per semester, zoals bij deeltijd). Vooral hierbij is de voorspelbaarheid van de instroom cruciaal. Waarom zou je klassen draaien met maar 9 studenten, waarvan er 5 echt aanwezig zijn? Dat betaalt je docent niet. Fijn om flexibiliteit te bieden, maar waar zit de overweging t.a.v. kosten? Op welk moment en door wie vindt deze overweging plaats? Hoe zeer durft de hogeschool de overweging 'nou jammer dan' ook aan? (Twee kanten op: 'Jammer, we dragen maar het verlies en evalueren het proces/ managen hoe we dit in gaan lopen' en 'Jammer, student, maar deze opleiding gaat op deze dag niet door. Kom op een andere dag of kies een andere opleiding. Ik voer een persoonlijk gesprek met je om dit uit te leggen en je te adviseren'.) Terug naar het GVB: onrendabele buslijnen worden opgeheven, of vervangen door een belbus.

Volgens mij hebben we al heeeeeel lang en voorspelbaar een toestroom van studenten rond september en februari. Voor managers en studenten service centra ieder jaar weer een lastige periode Misschien handig om er eens écht naar te kijken vanuit het oogpunt van tactische personeelsplanning. Nu zijn we nog net op tijd voor september 2010. De strategische personeelsplanning voor 2010 - 2020, die zit wel zo snor als een snor kan zitten.

woensdag 24 maart 2010

Eerste bijeenkomst inspiratiekring

Op 23 maart 2010 is de inspiratiekring Didactiek bijeengekomen. Het onderwerp was ... inspiratie. Eigenlijk hadden we nog met een werkvorm inhoudelijk één van de factoren voor inspiratie willen aanpakken, maar daar is het niet eens van gekomen.
Ik vond het zelf interessant. Het had nog iets gerichter gekund. Nu was het een verkennen van inspiratie. Die behoefte aan concreetheid en pragmatisch nut zegt echter meer over mij dan over de bijeenkomst.
Interessant was hoe lastig het vakgebied van docent is. We hebben heel wat verwachtingen over onszelf en de relatie met de student. Hoe meer we er over denken, hoe meer verwachtingen naar boven komen. Dat leidde tot vragen als:
- Mag een student ook NIET gemotiveerd zijn?
- Weten studenten eigenlijk wel wanneer ze leren of geleerd hebben?
- De relatie met de student (écht contact in het hier en nu) inspireert, maar is ook eng; een balans tussen openheid en kwetsbaarheid. Je moet maar durven.
- Exploiteer/exporteer je als docent alleen de kennis die je al hebt, of exploreer je juist (samen met de student) nieuwe kennis?
- Is het doceren het theater voor de klas, of is het meer/iets anders?

Het verslag staat vanaf 25 maart op de website Inspiratiekring Didactiek.

maandag 15 maart 2010

Diversiteit in het HBO

Op 11 maart was een bijeenkomst van het Lectoraat Gedifferentieerd HRM over hun onderzoek en trainingsaanbod inzake diversiteit in het HBO. Ik wou hier graag heen omdat ik het boek Witte zwanen, zwarte zwanen had gelezen (zie eerder) en de discussie in het HBO relevant vind. Daarnaast draag ik het lectoraat een warm hart toe en ben ik benieuwd wat mijn collega's te bieden hadden. De bijeenkomst was aardig, maar vooral gericht op het workshop aanbod, dat onderdeel is (volgens mij) van actieonderzoek bij de HvA. Niet iets waar ik individueel meteen iets mee kon. Niettemin wel interessant om de discussie vorm te zien krijgen en positief hoeveel mensen er al bij betrokken zijn.
In de middag werd de volgende mail rondgestuurd: "Het lectoraat gHRM maakte duidelijk dat zij op basis van onderzoek binnen het mbo en het hbo ontdekt heeft hoe rijk de ervaringen zijn van docenten in het omgaan met de multiculturele studentenpopulatie. Ook werd duidelijk dat veel van deze ervaringen bij de betreffende docenten blijft en dat er vaak alleen in informele contacten over gesproken wordt. Het samen met elkaar delen van deze rijkdom aan kennis en ervaringen zou een geweldige stimulans kunnen zijn voor de verrijking van een curriculum, maar ook voor het pedagogisch en didaktisch klimaat van een opleiding. Uit hun onderzoek blijkt deze onderlinge discussie binnen bestaande teams meer effect te hebben dan diversiteitsbeleid dat van bovenaf geredigeerd wordt. Dan is de kans groter dat de vertaalslag van het centrale beleid naar beleid op domeinniveau of naar actviteiten op opleidingsniveau ergens blijft steken.

Meer details over dit onderzoek kun je na lezen in hun boekje “Een ontwikkeling in kleur” (docenten leren op de werkplek omgaan met het multiculturele beroepsonderwijs) door Martha Meerman, Jeanine Spierings, Jacqueline Segers, Najat Bay (2009) Uitgave van het lectoraat gHRM."

Ik ben benieuwd hoe dit verder vorm krijgt.

woensdag 10 maart 2010

Professionele ruimte in het HBO

Tijdens de bijeenkomst over HRM-beleid, ontstond een interessante discussie over Professionele ruimte. Er werd opgemerkt dat je voor het claimen van professionele ruimte, ook wel een professional moet zijn. Strakke opmerking.
Waar we als docent tegenaan lopen is dat je twee professies hebt. Vaak ben je deskundige binnen een bepaald vakgebied. Dat wat je doceert. Daarnaast ben je een professioneel docent. Of ben je dat niet? Niet bij alle opleidingen is een didactische aantekening vereist. Mocht je hem hebben behaald (gratis bij een mastertitel?) wil het niet altijd zeggen dat je hem ook bijhoudt.
Als geregistreerd coach of verpleegkundige of BHV'er/EHBO'er moet je jaarlijks bijscholen en scholingspunten halen. Als docent niet. Wij trekken ons terug op ons professionele eilandje. Bij elkaar in de klas kijken wordt niet gewaardeerd. Beoordelingen door studenten nemen we met een korrel zout.

Als docent heb ik het vaak over mijn recht op professionele ruimte. Hoe ga ik om met mijn plicht als professional?

Een ondersteund onderwijsproces

Op maandag heb ik een bijeenkomst bijgewoond die was georganiseerd door P&O. De aanleiding was het HRM-beleid dat geschreven wordt. Hoe faciliteer je als P&O het beste een onderwijsinstelling die bestaat uit een groot aantal verschillende mensen in verschillende functies met verschillende betrokkenheid en verantwoordelijkheid? Een instelling die niet goed weet wie zij als klant heeft (studenten, (potentiële) werkgevers, samenleving (over vier jaar), staat?) en een complexe dienst levert, namelijk het leren leren en ontwikkelen van individuën binnen een collectieve setting voor een veelvoud aan competenties en resultaatgebieden.

Enfin, alle lastigheden even terzijde. Interessant was de discussie over de samenwerking. De resulterende stelling was: 'Kennisdeling en kwaliteitsbewustzijn tussen staf en onderwijzend personeel leidt tot afstemming en daarmee tot meer strategie en minder brandjes blussen. Doordat er nu zoveel brandjes worden geblust, is er geen ruimte voor afstemming.
Om deze vicieuze cirkel te doorbreken is het nodig dat er meer proces- en systeemdenken bij het management is en dat het management beter luistert naar en ingaat op alle partijen. Het management is immers de bepaler van prioriteiten en levert werkuren. Managers dienen meer besef te hebben van organisatorische consequenties van hun keuzes.'
Is het eerlijk om dit bij de managers te beleggen? Intrigerend was dat van de vier discussianten, drie manager of hoofd waren. Dus wanneer wij het niet persoonlijk bedoelden, dan werd met de vinger wel heel hoog gewezen; afdelingsmanagers of domeinvoorzitters. Persoonlijk vind ik dat het proces- en systeemdenken nu juist de taak is van managers. Zij waar alle lijntjes samen komen. Zij die zich niet in het operationele moeten laten zuigen, maar het operationele snappend, het strategische moeten coördineren.

En hoe krijgen we dat dan voor elkaar?
'1 Door het bieden van lonkende perspectieven. Maak de mogelijke winst duidelijk.
2 Begin door gebruik te maken van de meest enthousiaste collega's. Stimuleer hen tot succesvolle samenwerking en gebruik ze als voorbeeld voor gewenst gedrag.
3 Maak keuzes als management. Nodig anderen uit bij je bijeenkomsten. Reserveer uren voor procesmatig overleg. Geef voorrang aan multidisciplinaire projecten.
4 Ondersteunende afdelingen zorgen verder dat zij zichtbaar zijn in het proces. Niet klagend uitvoeren, maar consequenties laten zien. Bepaal wat je nodig hebt, verhelder aan de betrokkenen en sta voor je zaak.'

Nu nog zien hoe P&O dit vertaalt naar HRM-beleid.

zondag 7 maart 2010

Inspiratie

De uitnodigingen zijn de deur uit: de inspiratiekring Didactiek komt eind maart bij elkaar. Een aantal docenten heeft geïnspireerd gereageerd en zich meteen aangemeld. Ik heb er alle vertrouwen in.
Ter voorbereiding heb ik een aantal artikelen doorgestuurd die ik uit oude Ode's heb gehaald. Daarnaast staan we klaar met een werkvorm om tijdens de kring mee te werken. We gaan namelijk echt aan de slag: open, delend, maar ook gestructureerd.
Gaat het lukken? Ja, het gaat lukken.

Voor de liefhebber: zoek binnen Ode naar
'De uitvinding van een school' over Colin Hodgetts visie op leren en lesgeven;
(http://nl.odemagazine.com/doc/0004/De-uitvinding-van-een-school%20/)
'Iedereen een tien', de benadering van Benjamin Zander: (http://nl.odemagazine.com/doc/0039/iedereen-een-tien/)
'De beste school voor de wereld' over Kaos Pilots: (http://nl.odemagazine.com/doc/0080/De-beste-school-voor-de-wereld/)